Oud-staatssecretaris Menno Snel is vanaf 1 juni de nieuwe voorzitter van Nogepa, de branchevereniging van de olie en gasindustrie in Nederland. Hij volgt Jo Peters op. Het is voor het eerst dat Nogepa kiest voor een onafhankelijk voorzitter om sturing te geven aan de vereniging.

Menno Snel was van 2017 tot eind 2019 namens D66 staatssecretaris van Financiën in het kabinet Rutte III. Daarvoor was hij voorzitter van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Waterschapsbank, bewindvoerder bij het IMF in Washington, directeur bij pensioenuitvoerder APG en plaatsvervangend directeur-generaal fiscale zaken op het ministerie van Financiën. Per 1 september 2020 werd hij bestuurder van pensioenfonds ABP.

Kritiek

Snel krijgt felle kritiek van klimaatactivisten op zijn nieuwe baan bij Nogepa schrijft de NOS. Die is volgens actiegroep Fossielvrij NL ‘onverenigbaar’ met zijn baan bij pensioenfonds ABP. Het grootste pensioenfonds van Nederland zegt steeds duurzamer te willen beleggen. ‘Hij zal voor het olie- en gasbelang kiezen in plaats van voor duurzaamheid’, zei Hiske Arts van Fossielvrij NL tegen de NOS. ‘Deze banen zijn niet te combineren.’

Zelf zegt Snel in een persbericht van Nogepa dat aardgas nog hard nodig is. ‘De transitie naar een CO2 neutrale toekomst is misschien wel de belangrijkste opdracht waar we nu met z’n allen voor staan. Ik ben ervan overtuigd dat de energietransitie alleen succesvol verder gebracht kan worden door een stevig commitment vanuit de sector. De uitgangspunten zijn daarbij voor mij helder: de sector kan en wil met haar kennis en innovaties een belangrijke bijdrage leveren aan de energievoorziening van vandaag, morgen en overmorgen. Bijvoorbeeld door bestaande infrastructuur slim in te zetten voor de productie en transport van (groene) waterstof, maar ook via de opslag van CO2 in lege gasvelden. Totdat de transitie is afgerond, blijft ons aardgas nog hard nodig. Het is dan belangrijk om dat aardgas op een schone, veilige en verantwoorde wijze in Nederland te produceren. Ik kijk er naar uit om het bestuur van Nogepa en de sector hierbij als onafhankelijk voorzitter te begeleiden’