[vc_row][vc_column][vc_column_text]
Een konijnenpootje van zijn voorganger was achteraf welkom geweest. Want vlak nadat Jan Remeysen begin 2020 het roer van BASF Antwerpen overnam van Wouter De Geest, kwam hij in een snelkookpan terecht. Eerst de coronacrisis en nu de Oekraïne-crisis. ‘Af en toe heb ik het gevoel dat iemand naar mij toekomt en zegt: “Tot zover uw live assessment test”.’ Toch is hij optimistisch, zeker nu de industrie voor grote transities staat.
Een paar maanden geleden stelde Melanie Maas Brunner, CTO van BASF, in een interview met Industrielinqs dat de Antwerpse site van BASF straks de eerste volledig CO2-neutrale Verbund-site in Europa is. De ligging biedt immers unieke kansen voor de inzet van offshore wind en grootschalige opslag van CO2. Dat is zeker stimulerend om te horen, vindt Jan Remeysen, CEO van BASF Antwerpen. Hij ziet zelf ook de voordelen ten opzichte van bijvoorbeeld binnenlandse sites. En deze visie van het hoofdkantoor is ook niet nieuw voor hem, maar het is altijd prettig als een bestuurder van het hoogste niveau het openbaar bevestigt.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1455723775392{padding-top: 20px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Rekenkracht
Wel benadrukt Remeysen dat een silver bullet niet bestaat. Er zal veel moeten gebeuren. Zo blijft de Antwerpse vestiging sowieso voortborduren op het bekende Verbund-principe van BASF. Oftewel maximale integratie van de productieprocessen. Als ergens een overschot aan energie of bijvoorbeeld chemische bouwstenen is, dan zal er altijd elders op de site een bestemming voor worden gezocht. Zo worden energie en grondstoffen tot de laatste molecuul of elektron ingezet.
Nog steeds lukt het ons om incrementele verbeteringen door te voeren, stelt Remeysen. ‘Daarbij schakelen we tegenwoordig ook de enorme rekenkracht van computers in. Via data analytics zie je soms heel andere patronen. Onlangs hebben we bijvoorbeeld een oplossing gevonden voor een puzzel die ons al een tijdje bezighield. Van een van onze fabrieken wilden we al langer de hoeveelheid benodigde grondstoffen reduceren. Dat kregen we niet voor elkaar. Met data-analyse kregen we nieuwe inzichten en is het nu wel gelukt.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_row_inner][vc_column_inner width=”1/6″][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”2/3″][vc_column_text]
‘Nog steeds lukt het ons om incrementele verbeteringen door te voeren.’
[/vc_column_text][/vc_column_inner][vc_column_inner width=”1/6″][/vc_column_inner][/vc_row_inner][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457084948873{padding-top: 27px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Stroomvraag
Een tweede belangrijke stap van BASF Antwerpen is de inkoop van duurzaam opgewekte stroom. Het concern heeft bijna een kwart van de aandelen van het Nederlandse windpark Hollandse Kust Zuid dat in 2023 volledig operationeel zal zijn. Het is dan het grootste offshore windpark ter wereld met 140 windturbines en een totaal geïnstalleerd vermogen van 1,5 gigawatt.
Het is de bedoeling dat BASF Antwerpen vanaf volgend jaar jaarlijks ongeveer een vierde van de windstroom van het park gaat afnemen. Daarmee kan de site de bestaande stroomvraag vergroenen. Ook zullen bestaande installaties steeds meer stroom als energiedrager gebruiken in plaats van fossiele brandstoffen.
[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457085618456{padding-top: 10px !important;padding-bottom: 5px !important;}”][vc_column width=”1/4″][/vc_column][vc_column width=”1/2″][vc_single_image image=”178004″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/4″][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1455723775392{padding-top: 20px !important;}”][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]
‘Graag bouwen we met partners een waardeketen op voor circulaire grondstoffen.’
[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]
Elektrische fornuizen
Een volgende, derde stap komt hier direct uit voort: de bouw van nieuwe elektrische installaties of onderdelen daarvan. Remeysen: ‘We doen bijvoorbeeld onderzoek naar de inzet van e-boilers. En als we op den duur ook waterstof willen gaan produceren, bijvoorbeeld via methaanpyrolyse, dan is daarvoor ook veel elektriciteit nodig.’
Aan de horizon gloort ook de elektrische kraker. Net als verschillende andere chemiebedrijven onderzoekt BASF momenteel de mogelijkheden van elektrische fornuizen in de krakers. Remeysen: ‘Toegegeven, dat heeft wel meer tijd nodig. De eerste elektrische krakers verwacht ik niet voor 2030.’[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row css=”.vc_custom_1457085587568{padding-top: 36px !important;}”][vc_column][vc_column_text]
Backbone
De vierde oplossing zal eerder zijn beslag krijgen: het opvangen en opslaan van CO2. Remeysen: ‘CCS wordt een belangrijke hefboom voor Antwerpen. De groepsdoelstelling van BASF is om in 2030 25 procent minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 2018. Onder andere door de plannen met CCS en door de groene stroom van het offshore windpark ligt Antwerpen op koers om in 2025 al 50 procent reductie te halen. We lopen dus voor.’ Volgens Remeysen is dat geen reden om met het hoofd in de wolken te lopen. ‘Aan de top blijven, is veel moeilijker dan daar komen.’
Hoewel Remeysen CCS als een overbruggende oplossing ziet, is die volgens hem de komende decennia broodnodig, ‘Uiteindelijk willen we naar CO2-neutrale processen, maar die zijn er nog nauwelijks. Tot die tijd zullen we echt CO2 moeten afvangen en offshore opslaan. Het loopt vaker zo in de evolutie van technologieën. Eerst komen de end-of-pipe-oplossingen, om vervolgens steeds meer aan het begin te verbeteren.’
Voor dit traject zoekt BASF veel samenwerking. Bijvoorbeeld binnen het consortium Antwerp@C. ‘Samen met Air Liquide, Borealis, ExxonMobil, Ineos, Fluxys, Port of Antwerp en Total Energies onderzoeken we de technische en economische haalbaarheid van CO2-infrastructuur. Hoe gaan we bijvoorbeeld CO2 afvangen? Ook bestuderen we samen de aanleg van een CO2-infrastructuur, een backbone in de Antwerpse haven. Op die manier kunnen de bedrijven de afgevangen CO2 in de pijpleiding brengen. Gezamenlijk onderzoeken we hoe we de CO2 transporteren vanuit de haven. En natuurlijk is het nog mooier als we steeds meer van de afgevangen CO2 weer als grondstof kunnen inzetten. Ook daarvoor is dan goede infrastructuur nodig.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Zuidelijker
Samen met Air Liquide kan BASF de komende jaren al een grote eerste stap zetten. Eind 2021 werd bekend dat zij een grote subsidie kunnen verwachten voor hun project Kairos@C. De Vlaamse krant De Tijd wist onlangs te melden dat het om een bedrag van 360 miljoen euro gaat.
Binnen dit project zullen Air Liquide en BASF bij vijf van hun chemische installaties CO2 afvangen. Het gas wordt via een pijpleidingennetwerk in de haven afgevoerd, om het definitief ondergronds op te slaan in oude gasvelden onder de Noordzee. Dat kan door het per pijpleiding naar Rotterdam te transporteren of door het te vervoeren in speciale schepen. Voor die laatste optie moet een fabriek worden gebouwd om het gas eerst vloeibaar te maken.
Grote investeringen in infrastructuur zijn sowieso cruciaal voor de transitie van de industrie, benadrukt Remeysen. ‘Op dat vlak moeten industrie, overheden en ook de verschillende landen de krachten bundelen. Dat is geen terrein waarop we elkaar moeten beconcurreren.’ Hij volgt met veel interesse de plannen van de Delta Corridor tussen Rotterdam, Limburg en het Ruhrgebied voor transport van waterstof en CO2. De route, die nu van Rotterdam via Limburg naar Duitsland is getekend, mag van hem wel iets zuidelijker komen te liggen. ‘Waarom niet vanuit Rotterdam via Moerdijk, Zeeland en Antwerpen – en misschien een zijtak van en naar Gent – richting Nederlands Limburg en Duitsland? Dan sluit je er nog meer industrie op aan.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_column_text][/vc_column_text][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_column_text]
‘Gaan we op den duur ook elektrisch kraken, dan hebben we vier- tot vijfmaal zoveel stroom nodig.’
[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Vier- tot vijfmaal
Naast een infrastructuur voor CO2 en waterstof is ook de verzwaring van het elektriciteitsnet van groot belang, stelt Remeysen. De industrie zal net als verschillende andere sectoren steeds meer stroom gaan gebruiken. ‘We hebben al berekeningen gemaakt. Gaan we verder elektrificeren en op den duur ook elektrisch kraken, dan hebben we vier- tot vijfmaal zoveel stroom nodig bij BASF Antwerpen. Dat vraagt enorme investeringen in infrastructuur, alleen al om die stroom hier te krijgen.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]
Nabije omgeving
Als het om verduurzaming van de industrie gaat, valt vaak de term decarbonisatie. En dat is ook nodig, vooral bij brandstoffen. In de chemie draait het echter om koolstofverbindingen. Daar lijkt de term recarbonisatie meer op zijn plaats. Remeysen: ‘Uiteindelijk moeten we af van lineaire processen. We moeten het woord kunststofafval maar schrappen, het is grondstof. In de toekomst zullen we in onze krakers steeds minder verse, fossiele grondstoffen gebruiken. We hebben dan alleen nog maar extra koolstof – bio of fossiel – nodig voor de groei van de vraag en voor dat kleine deel dat je op geen manier kunt recycleren.’
Bij BASF Antwerpen zijn al tests met circulaire grondstoffen gedaan bij de kraker. ‘Bijvoorbeeld met pyrolyse-olie. Het blijkt nu al goed mogelijk om met gerecycleerde grondstoffen te werken.’ BASF lijkt vooralsnog niet van plan om zelf fabrieken te bouwen voor de chemische recycling van grondstoffen. ‘Graag bouwen we met partners een waardeketen op voor circulaire grondstoffen.’
Circulaire grondstoffen hebben naast verduurzaming nog een ander groot voordeel. ‘De coronacrisis en ook nu weer de oorlog in Oekraïne hebben duidelijk gemaakt dat we beter een aantal producten hier kunnen produceren en dat afhankelijkheid van grondstoffen uit andere delen van de wereld zijn nadelen heeft. Circulaire grondstoffen halen we direct uit onze nabije omgeving.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]
Hutsepot
Toen hij in 2020 Wouter de Geest opvolgde, was Jan Remeysen goed voorbereid. Sinds 1996 had hij in verschillende functies de hele organisatie van BASF Antwerpen doorlopen. En een betere leermeester dan De Geest kon hij niet wensen. ‘Vergeet ook niet dat ik hier een geweldig team van zeer gemotiveerde mensen om mij heen heb. Ik doe het echt niet in mijn eentje. Verre van dat.’
Toen kwam corona. ‘Ik heb nog regelmatig contact met Wouter. Het enige wat hij me nog had kunnen geven, was een konijnenpoot, heb ik hem wel eens gezegd. De afgelopen jaren waren een hutsepot of eigenlijk nog meer een snelkookpan. Af en toe heb ik het gevoel dat iemand naar mij toekomt en zegt: “Tot zover uw live assessment test”.’ Maar er is geen reden om somber te zijn. Er staan immers ook veel interessante dingen te gebeuren.[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]Dit artikel is gepubliceerd in Petrochem 02-2022[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]