[vc_row][vc_column][vc_column_text]

Komende jaren zal de wereldmarkt voor ammoniak “exploderen”, verwacht Tamme Mekkes van Koole Terminals. Koole is een van de partijen die in de Rotterdamse haven een ammoniakterminal wil realiseren. Het tankopslagbedrijf heeft plannen om de import en opslag van ammoniak en de opslag en export van CO2 via haar site in de Botlek mogelijk te maken.

Jacqueline van Gool[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]De drijvende kracht achter de transitie naar een ‘low carbon’ industrie wordt vaak toegeschreven aan waterstof. Maar wie waterstof zegt, zou automatisch ook aan ammoniak moeten denken. Ammoniak is een belangrijke grondstof voor de chemische industrie, bijvoorbeeld voor de productie van meststoffen. Maar ammoniak staat toch vooral in de schijnwerpers omdat het een ideale drager is voor waterstof. Tegelijkertijd is het ook een schoon alternatief voor scheepsbrandstof en kan het direct worden gebruikt in stoomketels of energiecentrales. Dankzij deze eigenschappen zal de wereldmarkt voor de stof een enorme groei doormaken. S&P Global Insights schat dat de totale ammoniakvraag in 2050 oploopt tot 350 miljoen megaton. Bijna een derde hiervan komt voor rekening van nieuwe toepassingen gelinkt aan de energietransitie, terwijl dit aandeel nu nog zo klein is dat het amper meetbaar is.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Volumes

Tamme Mekkes, business development manager bij Koole Terminals, verwacht een explosieve groei van de ammoniakexport vanuit landen waar nu duurzame waterstofprojecten in ontwikkeling zijn. ‘Al realiseren ze maar twintig procent van deze plannen, dan nog zal de markt ontploffen. De groei van ammoniak is veel sneller en groter dan mensen zich realiseren. Ook de behoefte aan opslag zal hiermee enorm groeien.’ Daarbij komt dat de energiedichtheid van ammoniak lager is dan die van olie. Dat betekent dat de volumes groter zullen zijn.
Koole Terminals is één van de partijen die inspeelt op deze ontwikkelingen. Het bedrijf heeft plannen om op haar site in de Botlek een terminal voor ammoniak te bouwen. Koole zal de nieuwe installaties bouwen naast de bestaande op- en overslagfaciliteiten. ‘We hebben niet oneindig veel ruimte, maar we gaan stukken terrein beschikbaar maken. De bestaande opslagtanks voor olieproducten en biobrandstoffen blijven staan, die zullen we nog jarenlang blijven gebruiken. Het voordeel van het bijbouwen op de bestaande locatie is dat we de benodigde vergunningen voor de opslag van chemicaliën al hebben, evenals een milieuvergunning en een passend bestemmingsplan. Ook hebben we niet te maken met limieten op het gebied van stikstof. Dit project is daarom relatief gemakkelijk te ontwikkelen.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Uitdagende tijdslijnen

Koole Terminals startte eind vorig jaar met de tweede fase van de engineering en het aanvragen van vergunningen voor de nieuwe terminal. Het bedrijf verwacht volgend jaar zomer de definitieve investeringsbeslissing te kunnen nemen. Als het project volgens plan verloopt, is de nieuwe ammoniakterminal in 2027 operationeel. Dit zijn volgens Mekkes uitdagende tijdslijnen. Het plan is om een aantal grote gekoelde tanks voor ammoniakopslag te bouwen en een aantal drukcilinders voor CO2. De op- en overslagcapaciteit loopt op tot enkele miljoenen tonnen. Het project omvat ook de benodigde utilities, het leidingwerk en speciale steigers en laadarmen.
Koole Terminals slaat op dit moment al ammoniak op in Portugal. Voor Koole in Nederland is de opslag van ammoniak nieuw, maar niet wezenlijk anders dan de opslag van andere stoffen, stelt Mekkes. ‘Het is niet specifiek gevaarlijker dan andere stoffen die we nu in de Botlek opslaan.’ Wat deze opslag wel anders maakt dan de bestaande faciliteiten is dat zowel ammoniak als CO2 in vloeibare vorm worden opgeslagen. ‘Ammoniak moet daarom worden gekoeld en CO2 wordt onder lichte druk gekoeld in drukcilinders opgeslagen. Dit zijn overigens relatief milde omstandigheden.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Tamme Mekkes:

‘De groei van ammoniak is veel sneller en groter dan mensen zich realiseren. Ook de behoefte aan opslag zal hiermee enorm groeien.’

[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Launching customers

De terminal die Koole in de planning heeft, is een van de grotere in de haven van Rotterdam. Volgens Mekkes zit de ontwikkeling ook voor wat betreft engineering en het vergunningentraject in de voorhoede. ‘We bevinden ons in de kopgroep’. (Zie in het kader de andere plannen voor ammoniakterminals in de regio.)
Momenteel werkt Koole aan het contracteren van verschillende partijen die samen gebruik willen gaan maken van de nieuwe, onafhankelijke terminal. Dat gaat om potentiële klanten wereldwijd, zowel binnen als buiten de EU. Mekkes noemt onder andere Spanje, Chili, Brazilië, Australië, Canada, Namibië en de Amerikaanse Gulf Coast.
Het Noorse bedrijf Horisont Energi is één van de launching customers. In 2021 tekenden de twee partijen al een memorandum of understanding om ammoniak vanuit Noorwegen in Rotterdam op te slaan. Eind vorig jaar maakte het bedrijf bekend verder te gaan met de samenwerking met Koole om zo klanten in Europa en de rest van de wereld van low carbon ammoniak te kunnen voorzien. De ammoniak is afkomstig van het Barents Blue project van Horisont Energi in het noorden van Noorwegen. Horisont Energi bouwt hier een grote fabriek voor ‘blauwe’ ammoniak. Voor de productie van ammoniak gebruikt het bedrijf aardgas uit de Barents zee. Het vrijkomende CO2 wordt afgevangen en opgeslagen in het offshore reservoir Polaris. Het Barents Blue project krijgt een bijdrage vanuit het Europese IPCEI waterstofprogramma.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row full_width=”stretch_row” parallax=”content-moving” css=”.vc_custom_1649703061066{padding-top: 20px !important;padding-right: 20px !important;padding-bottom: 20px !important;padding-left: 20px !important;background-color: #f4e5c3 !important;background-position: center !important;background-repeat: no-repeat !important;background-size: contain !important;border-radius: 2px !important;}”][vc_column][vc_column_text]

Andere ammoniak-opslag projecten in de regio:

[/vc_column_text][vc_column_text]Air Products en Gunvor Petroleum Rotterdam hebben een ontwikkelingsovereenkomst ondertekend voor een importterminal voor ammoniak in Rotterdam. Als de uiteindelijke investeringsbeslissing positief uitvalt, kan de importterminal naar verwachting in 2026 de eerste groene waterstof leveren.

Fluxys en Advario willen een invoerterminal voor groene ammoniak bouwen in het Antwerpse havengebied. De twee bedrijven onderzoeken op dit moment de haalbaarheid van een terminal die ze rond 2027 operationeel willen hebben.

Gasunie, HES International en Vopak ontwikkelen samen de ACE Terminal op de Maasvlakte. Deze zou vanaf 2026 operationeel moeten zijn. Het Spaanse Cepsa tekende onlangs een contract met ACE Terminal voor de levering van groene ammoniak vanuit Spanje.

Global Energy Storage nam in 2021 een deel van de Stargate Terminal van Gunvor in Europoort over. Het is de bedoeling dat het bedrijf er ook ammoniak gaat opslaan.

OCI wil in een eerste fase haar importcapaciteit voor ammoniak in Rotterdam verdrievoudigen tot 1,2 miljoen ton per jaar via upgrades van de bestaande infrastructuur. Uiteindelijk wil het bedrijf de capaciteit met een nieuwe derde tank opvoeren naar 3 miljoen ton.

Uniper en Vesta willen een bestaande terminal van Vesta in Vlissingen opknappen en uitbreiden voor de opslag van ammoniak. Op dit moment heeft Vesta Terminals in Vlissingen 60.000 kubieke meter gekoelde opslagcapaciteit voor ammoniak. Het bedrijf wil in een eerste fase uitbreiden naar 0,96 miljoen ton ammoniak per jaar. In een tweede fase wordt dit verdubbeld tot 1,92 miljoen ton per jaar. De ingebruikname is gepland voor begin 2026.

Vopak Terminal Vlissingen bouwt twee bestaande gekoelde LPG-opslagtanks om tot ammoniakopslag. Deze opslagtanks hebben beide een capaciteit van 55.000 kubieke meter. Vopak nam ook de Gunvor-site in Antwerpen over. Hier wil het bedrijf zich richten op de opslag van onder meer groene ammoniak, duurzame brandstoffen en fijnchemieproducten.[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]

Ammoniakkraker

De afnemers van ammoniak zijn heel divers. Enerzijds gaat het om bedrijven die de ammoniak weer willen omzetten in waterstof. Koole neemt in dat verband ook deel aan een haalbaarheidsstudie naar een ammoniakkraker op de Maasvlakte. Onder leiding van het Havenbedrijf Rotterdam onderzoeken achttien bedrijven de mogelijkheid voor een grootschalige installatie die ammoniak kan omzetten in een miljoen ton waterstof per jaar. Mekkes denkt dat een ammoniakkraker op de eigen site van Koole zeker tot de mogelijkheden behoort. ‘Dat kan een vervolg en aanvulling zijn op de ontwikkeling van de ammoniakterminal.’
Maar de ammoniak zal zeker niet alleen voor de productie van waterstof worden gebruikt. ‘Bij veel mensen bestaat het beeld dat ammoniak alleen wordt geïmporteerd om er weer waterstof van te maken, maar dat is niet zo. Ammoniak is een ideale waterstofdrager, maar het is ook een belangrijke grondstof voor de industrie en kan in tal van andere toepassingen worden gebruikt. Ammoniak heeft bijvoorbeeld veel potentie als scheepsbrandstof. Het is veel efficiënter om het direct als brandstof te gebruiken in plaats van het eerst in waterstof om te zetten.’[/vc_column_text][vc_empty_space][vc_column_text]Tamme Mekkes:

‘Het is veel efficiënter om ammoniak direct als brandstof te gebruiken in plaats van het eerst in waterstof om te zetten.’

[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column width=”1/6″][vc_empty_space][/vc_column][vc_column width=”2/3″][vc_single_image image=”180839″ img_size=”large”][/vc_column][vc_column width=”1/6″][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_empty_space][vc_column_text]

Zorgen

Maar terwijl waterstof massaal wordt omarmd, valt ammoniak niet hetzelfde enthousiasme ten deel. De publieke opinie is niet ten faveure van ammoniak, en dat is voor een deel alleen gestoeld op gevoel in plaats van feiten, zegt Mekkes. Onlangs sprak de omgevingsdienst DCMR in een interview haar zorg uit over de veiligheid omtrent grootschalige ammoniakopslag en -transport. De DCMR zei vooral bezorgd te zijn over het mogelijke transport van de stof per trein of vrachtauto. Mekkes is het met Molenaar eens dat transport via een pijpleiding naar het achterland de voorkeur heeft. ‘De Delta-Rhine Corridor is voor het transport van ammoniak naar de industrie op Chemelot en het Ruhrgebied in Duitsland essentieel.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_column_text]

Can-do

Mekkes bestrijdt echter dat ammoniak gevaarlijker is dan andere chemicaliën die in de haven van Rotterdam worden opgeslagen en gebruikt. Hij geeft aan dat de industrie een rol heeft om de zorgen weg te nemen. ‘Samen met andere spelers overleggen we met de autoriteiten en dragen we bijvoorbeeld bij aan het updaten van de normeringen. Wat zijn ervaringen in het buitenland en wat zijn best practices? Zo kunnen we aantonen dat de industrie grootschalige opslag van ammoniak op een veilige manier kan realiseren. De industrie gebruikt ammoniak al jaren veilig en het opslaan van ammoniak is ook niet nieuw. Het is daarbij zelfs gemakkelijker te transporteren dan waterstof. We moeten als industrie een can-do instelling uitdragen.’
Mekkes vindt dat de overheid niet alleen op waterstof zou moeten focussen. ‘De overheid zou duidelijk moeten maken dat ammoniak een belangrijke rol heeft in de energietransitie. Het is misschien minder knuffelbaar dan waterstof, maar absoluut noodzakelijk ter ondersteuning van de low carbon economie.’[/vc_column_text][vc_empty_space][/vc_column][/vc_row][vc_row full_width=”stretch_row” parallax=”content-moving” css=”.vc_custom_1649703092283{padding-top: 20px !important;padding-right: 20px !important;padding-bottom: 20px !important;padding-left: 20px !important;background-color: #f4e5c3 !important;background-position: center !important;background-repeat: no-repeat !important;background-size: contain !important;border-radius: 2px !important;}”][vc_column][vc_column_text]Dit artikel is gepubliceerd in Petrochem 2023-01[/vc_column_text][/vc_column][/vc_row]