Het ministerie van Infrastructuur trekt de komende jaren 140 miljoen euro uit voor de realisatie van walstroominstallaties in zeehavens. Hier bovenop is 40 miljoen euro uit het klimaatfonds gereserveerd. De minister van Infrastructuur en Waterstaat, Mark Harbers, tekende hiertoe vandaag een intentieovereenkomst met de Branche Organisatie Zeehavens (BOZ). Hierin zijn de publiek-private afspraken over de uitrol van walstroom vastgelegd.
Met de aankomende Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) zijn de Europese havens vanaf 2030 verplicht om zogenoemde AFIR-schepen van walstroom te voorzien. Het gaat om containerschepen, cruiseschepen, passagiersschepen, en gecombineerde passagiers- en vrachtschepen met een gewicht vanaf 5000 GT. De BOZ heeft eerder berekend dat er de komende jaren voor de AFIR-schepen zo’n 270 megawatt aan walstroomvermogen zal moeten worden geïnstalleerd in de havens om aan de aankomende verplichting te voldoen,
De bijdrage zorgt in de vorm van subsidie voor een ondersteuning bij de aanleg van walstroominstallaties. De middelen voor walstroom zijn met name bedoeld voor terminals waar AFIR-schepen aanmeren, maar ook andere walstroomprojecten voor de zeevaart komen in aanmerking voor subsidie.
Vijf grote zeehavens
Walstroom zorgt voor een reductie van de uitstoot van CO2, NOx, fijnstof en geluid. Maar de investeringen om dit te realiseren zijn voor terminals en rederijen hoog. Om het benodigde vermogen te behalen schat BOZ de investeringen op meer dan 300 miljoen euro. Daarom verwelkomt de brancheorganisatie de voorgenomen subsidieregeling.
De vijf grote zeehavens van nationaal belang werken samen met IenW en de terminals aan de walstroomopgave in de respectievelijke havens. Het gaat om de havens van Rotterdam, Amsterdam, Groningen, Moerdijk en North Sea Port (Vlissingen, Terneuzen en Gent).