De top van de Nederlandse energiesector lijkt een verjongingskuur te ondergaan. Nagenoeg gelijktijdig kregen zowel Engie als RWE in Nederland een nieuw gezicht aan de top: respectievelijk Harry Talen en Marinus Tabak. Voor de sector zelf geen onbekenden. Beiden kunnen ze met hun scherpzinnigheid en knowhow nu nog meer impact geven. Om bijvoorbeeld de leveringszekerheid van energie hoog op de maatschappelijke agenda te krijgen.

De parallellen tussen de loopbanen van Harry Talen (42) en Marinus Tabak (41) zijn opvallend groot. Geboren en opgegroeid in het noordelijke deel van Nederland, begonnen ze ieder bij een groot energiebedrijf als trainee; Talen bij het tegenwoordige Engie, Tabak bij wat nu RWE is.

Hun kwaliteiten werden al snel duidelijk en ze maakten relatief jong sprongen in hun carrière naar manager operations en vervolgens stoomden ze door naar de functie van plantmanager. ‘Het lijkt snel gegaan, maar we hebben echt veel stappen doorlopen en het is gewoon hard werken. Dat zeg ik ook wel tegen jonge werknemers die soms snel hoger op willen’, relativeert Marinus Tabak.

Vis in het water

In hun functie van plantmanager vielen ze beiden op – ook buiten hun bedrijven – door hun uitstekende communicatieve vaardigheden en altijd scherp op de inhoud. Zo reikten ze allebei tot de finale van de nationale verkiezing voor de Plant Manager of the Year. Marinus Tabak won die gerenommeerde titel zelfs in 2019. Even leek hij de landelijke politiek in te gaan voor de VVD en die kans was er uiteindelijk ook. Alleen kwam die kans een paar jaar geleden niet direct na de verkiezingen, maar een paar maanden later op een moment dat hij zelf alweer een stap verder had gezet binnen RWE.

Sinds dit voorjaar zijn Harry Talen en Marinus Tabak allebei de hoogste vertegenwoordiger van hun bedrijf in Nederland. Tabak werd in april zelfs internationaal de chief operating officer (COO) van RWE Generation. Functies die veel invloed hebben op de energietransitie in Nederland en ook daarbuiten. Voor Tabak bijvoorbeeld veel meer dan wanneer hij de Tweede Kamer was ingegaan. ‘Veel meer impact’, stelt hij. ‘Voor hetzelfde geld had ik energie en industrie niet in mijn portefeuille gehad. Die kans was natuurlijk heel groot.’

Als COO voelt hij zich een vis in het water. ‘Met deze functie sta ik midden in de techniek en doordat ik ook de country chair ben voor RWE, ben ik ook bezig met onderwerpen als beleid, politiek en omgeving. Een combinatie die ik zeer interessant vind.’

Zeggenschap

Harry Talen herkent dat volledig. Als plantmanager van meerdere energiecentrales bevond hij zich al jarenlang in het centrum van de energietransitie. Daar ging zijn technische hart al sneller van kloppen. Als countrymanager komen daar nu meer beleidszaken bij.

Talen: ‘Ik merk dat mijn agenda nog meer ramvol wordt gepland en mijn werk is nog complexer dan voorheen. Op een positieve manier uitdagend. Het oplossen van complexe problemen geeft me veel energie. Met name het vinden van technische oplossingen voor uitdagingen die zich voordoen.’

Tabak vult hem aan: ‘Wat is er leuker dan met je team oplossingen te verzinnen, waarmee je ontwikkelingen positief kunt beïnvloeden? Er is altijd ruimte voor goede ideeën. Helemaal als je een oplossing vindt die niemand eerder zag.’ Meer zeggenschap helpt daarbij.

Ook het internationale perspectief is stimulerend. Tabak heeft als COO internationale verantwoordelijkheden, maar ook Talen kan steeds meer de internationale verbinding leggen. ‘Een groot voordeel van mijn nieuwe rol is dat ik ook meer meekrijg hoe ons bedrijf in andere landen de uitdagingen van de energietransitie aangaat. Dat geeft ook een breder beeld op de Nederlandse situatie.’

Leveringszekerheid

Ze merken beiden dat de invloed om zaken in beweging te zetten in hun nieuwe functies groter is geworden. En die invloed willen ze ook aanwenden om onderwerpen te agenderen. Ook om tijdig te anticiperen op problemen die kunnen ontstaan. De huidige problemen met netcongestie zagen experts bijvoorbeeld al veel langer aankomen en kon dus al veel eerder worden aangekaart en aan oplossingen worden gewerkt. Die fout kunnen we beter niet meer maken, vinden ze beiden.

Leveringszekerheid is ook zo’n onderwerp. Daar moeten nu oplossingen voor worden bedacht om straks problemen te voorkomen, stelt Tabak. ‘We weten al jaren dat we steeds meer energie uit zon en wind gaan opwekken. We weten ook dat het aanbod daarvan zeer afhankelijk is van de weersomstandigheden.’

Vol vermogen

We zullen daarom steeds meer over regelbaar vermogen moeten beschikken, stelt Harry Talen. ‘Daar hebben we alle mogelijke oplossingen voor nodig. Misschien dat onze bedrijven andere accenten leggen, maar die zijn vooral complementair.’

Zowel Engie als RWE hebben plannen op het gebied van wind, zon en waterstof. Bij Engie spelen in Nederland de aardgasgestookte centrales nog een belangrijke rol in het portfolio. Essentieel voor het regelbare vermogen, waarbij ook biogas een alternatief is voor aardgas. Verder anticipeert het bedrijf al op waterstof als brandstof bij de stroomproductie. Zo is de Maxima-centrale in Lelystad inmiddels aangepast om tot vijftig procent waterstof bij te stoken. Ook ziet Engie mogelijkheden voor de energieopslag in batterijen, voor relatief korte durende dalen in aanbod. Dit voorjaar nam het bedrijf een definitief investeringsbesluit voor een grootschalig batterijpark op het terrein van de Maxima-centrale. Met de investering is bijna 50 miljoen euro gemoeid. Het batterijpark komt in 2025 in bedrijf. Met een vermogen van 35 megawatt en een capaciteit van 100 megawattuur, kunnen de batterijen drie uur lang op vol vermogen elektriciteit leveren.

IPCC

Ook RWE zet in Nederland volop in op zon, wind en waterstof. Het ontwikkelt een groot offshore windpark op het Nederlandse deel van Noordzee, in combinatie met drijvende zonnepanelen. Naast plannen voor een groene waterstoffabriek in de Eemshaven, wil het op Chemelot waterstof produceren uit huishoudelijk afval. En ook RWE ziet een rol voor batterij-opslag. Sterker nog, het bedrijf is in de Eemshaven al begonnen met de bouw van een 35 megawatt-opslag met een capaciteit van 41 megawattuur. Het is de bedoeling dat het opslagsysteem regelbaar vermogen gaat leveren en vanaf 2025 op de groothandelsmarkten gaat opereren.

In tegenstelling tot Engie, zet RWE in Nederland daarnaast stevig in op biomassa en met name BECCUS (Bio-Energy Carbon Capture Utilisation & Storage). Al eerder bouwde het energiebedrijf zijn kolencentrales in de Eemshaven en Geertruidenberg om voor het stoken van biomassa. Door de CO2 af te vangen en op te slaan, of nog beter: te hergebruiken, zijn volgens RWE zelfs negatieve emissies mogelijk. Toch stuit het stoken van biomassa op weerstand. Onterecht vindt Tabak: ‘Zelfs het IPCC ziet biomassa, in combinatie met afvang als een belangrijke oplossing tegen klimaatverandering. We moeten bovendien alle zeilen bijzetten om voldoende leveringszekerheid te houden. Dat moeten we vandaag aanzwengelen en zeker niet zo lang wachten zoals bij het probleem van netcongestie.’

Timeboxing

Harry Talen en Marinus Tabak kennen elkaar al lange tijd en volgen elkaars stappen op de voet. ‘Ik vond het heel bijzonder dat Harry heel vroeg de stap maakte naar manager operations, hij was nog maar net trainee af’, stelt Tabak. Talen zag zijn evenknie in 2019 Plant Manager of the Year worden, en deed een jaar later ook een gooi naar die titel. Ondanks dat hij vermoedde dat twee keer achter elkaar een plantmanager uit de Noordelijke energiesector geen appeltje-eitje zou zijn. Hij kwam desondanks heel close.

Ze zijn ook erg benieuwd van elkaar, hoe ze het rooien in de nieuwe situatie, met allebei jonge gezinnen. Hoe houd je de balans? Dat is zeker een uitdaging, stelt Tabak wiens vrouw ook sinds vorig jaar een toppositie bekleed in het bedrijfsleven. ‘We zijn voor haar baan verhuisd van het noorden naar het midden van het land. Ik prijs me gelukkig met een goed team waarmee ik alles goed kan organiseren. Verder is timeboxing voor mij heel belangrijk, zodat ik alles voldoende tijd kan geven. Op het hoofdkantoor in Essen, de locaties in Nederland, maar ik wil ook mijn oudste zoon naar school en karate kunnen brengen.’

Ook Harry Talen herkent dat het slim omgaan is met tijd. En hij moet ook keuzes maken. Hij steekt privé graag zijn handen uit zijn mouw en was begonnen aan het verbouwen van zijn huis. ‘Daar heb ik nu helaas anderen voor in moeten huren.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding