Uit een haalbaarheidsonderzoek van Havenbedrijf Rotterdam en Yokogawa Electric Corporation blijkt dat naburige bedrijven een kostenbesparing van tussen de 5% en 10% kunnen behalen door het energie- en nutsvoorzieningenverbruik op elkaar af te stemmen. Zes bedrijven en twee netbeheerders starten een pilot in de Rotterdamse haven om in beeld te brengen wat grensoverschrijdend energiebeheer kan opleveren

Uit het onderzoek blijkt dat bedrijven hun energieverbruik kunnen optimaliseren door over de grens van de site te kijken. Zo kunnen bedrijven die stoom als bijproduct hebben, hun productie opschroeven als een aangrenzend bedrijf meer stoom nodig heeft. Zes bedrijven en twee netbeheerders gaan het komende jaar een pilot uitvoeren, waarin de data van bedrijven wordt gebruikt om een ‘orkestratie-platform’ in te richten waarmee bedrijven het gebruik en de uitwisseling van de nutsvoorzieningen onderling kunnen coördineren.

Veilige data-uitwisseling


De pilot heeft tot doel om de actuele data van de bedrijven in beeld te brengen. Ook is er veel aandacht voor een veilige uitwisseling van data. Met behulp van een energiemanagementsysteem kunnen de energiestromen worden geoptimaliseerd, volgens verschillende scenario’s. Naast de energiekosten, kijken de partijen ook naar de waarde van de bespaarde CO2.

Sociaal experiment


De pilot begint eind dit jaar en loopt bijna een jaar, zodat alle seizoensfluctuaties mee kunnen worden genomen. Uit een vergelijkbare demonstratie binnen een bedrijvencluster in Japan bleek dat het collectief beter presteert dan de individuele bedrijven. Dat betekende dat sommige bedrijven veel energie en kosten konden besparen, terwijl anderen juist wat duurder uit waren. Daar moet wel een compensatie tegenover staan. Het project is dus niet alleen een technische exercitie, maar ook een sociaal experiment. Hoe gaat de leiding van de bedrijven om met prestatieverbeteringen of verslechteringen? Hoe gaan de autoriteiten hiermee om?

Havenbedrijf Rotterdam investeert ongeveer 2 miljoen euro in de pilot. De eerste resultaten van de pilot worden medio 2025 verwacht. Indien deze voldoende positief zijn en leiden tot de beoogde weerbaarheid van het cluster en tot energie-, CO2- en kostenbesparingen, zal samen met de markt worden bepaald hoe het vervolg kan worden vormgegeven.