Tata Steel ligt met de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied in de clinch over de manier waarop het vergunningenproces voor de verduurzamingsplannen van het bedrijf loopt. Volgens de omgevingsdienst dreigt “substantiële vertraging” door de opstelling van het staalbedrijf.
De instantie die de aanvragen moet beoordelen, vindt het problematisch dat Tata eind december alle benodigde stukken in één keer wil indienen, samen met de verplichte milieueffectrapportage (MER). Liever zou de omgevingsdienst van dat laatste stuk eerder een conceptversie ontvangen, zodat er dan meer tijd is om die te beoordelen. Dat zou ook in eerste instantie zo zijn afgesproken, maar het staalbedrijf wil het volgens de toezichthouder dus toch anders aanpakken.
De dienst stelt dat een MER “nagenoeg nooit in één keer goedgekeurd wordt”, zeker niet “in dit soort grote en complexe projecten”. Een goedgekeurd MER is echter wel een voorwaarde om de vergunningaanvraag zelf in behandeling te nemen. Diverse deelrapporten op milieugebied heeft de omgevingsdienst ook niet in concept gekregen.
Tata Steel zegt voor eind december “zo veel mogelijk concepthoofdstukken” te delen met de omgevingsdienst, staat in een schriftelijke reactie. Volgens de staalfabrikant is het vergunningenproces voor nieuwe installaties “een leerproces waarin we voortdurend moeten kijken wat we beter of sneller hadden kunnen doen”. Tata Steel wilde geen verdere toelichtingen geven over het statement.
Het proces draait om de plannen van Tata om uiteindelijk ‘Groen Staal’ te gaan maken, met behulp van waterstof. Als tussenstap wil het bedrijf de vervuilende steenkool die nu wordt gebruikt vervangen door aardgas. Voor alle nieuw te bouwen installaties zijn veel vergunningen nodig. (ANP)