Ondanks het versnellingsplan Gaswinning Noordzee, dat de overheid twee jaar geleden presenteerde, blijft de Nederlandse gasproductie structureel achter. Dat blijkt uit de jaarlijkse analyse ‘Delfstoffen en aardwarmte in Nederland’ van TNO.
Volgens het Versnellingsplan Gaswinning Noordzee en het hoofdlijnenakkoord van het huidige kabinet zoude gaswinning op de Noordzee worden opgeschaald. Het doel is om de leveringszekerheid van gas in Nederland te bevorderen en daarmee het gemis van Russische gasimport zoveel mogelijk te compenseren. Uit de jaarlijkse analyse van TNO blijkt nu dat de gerealiseerde en verwachte Nederlandse gasproductie structureel achterblijft.
Weinig exploratieboringen
In 2023 werd tien procent minder gas geproduceerd uit de zogenaamde kleine velden dan verwacht: 8,8 miljard kubieke meter, terwijl er 9,8 miljard verwacht was. In 2022 was de gasproductie 11 miljard kubieke meter, terwijl de verwachting 12 miljard was. De gasproducenten hebben de verwachte gasproductie uit de aangetoonde gasvelden over de komende jaren met 14 miljard m3 naar beneden bijgesteld (afgeschreven van de gasvoorraad). Door deze bijstelling van de voorraad, samen met de gasproductie, is de voorraad over het afgelopen jaar gedaald van 97 naar 74 miljard m3. Daarmee zal de toekomstige jaarlijkse productie ook lager uitvallen.De komende jaren zijn er in de Noordzee bovendien maar weinig exploratieboringen naar mogelijke nieuwe gasvelden voorzien. In 2023 waren er vier exploratieboringen, in 2022 zeven.
Verslechterd investeringsklimaat
Dit, terwijl het doel van het versnellingsplan is om de Nederlandse gasproductie te bevorderen om dalende productie tegen te gaan. De daling lijkt echter te versnellen. TNO geeft aan dat als deze dalende trend doorzet, de gasproductie op de Noordzee na 2030 minimaal zou worden. TNO stelt dat de natuurlijke uitputting van de gasvelden een van de oorzaken is. Maar met name de afwaardering van de gasvoorraden en het feit dat bedrijven niet investeren heeft grote invloed op de gasproductie. Nederland is volgens de analyse minder aantrekkelijk voor investeringen van de olie- en gasindustrie door een verslechterde perceptie van het investeringsklimaat.
Zo betalen gasproducenten aanvullende belastingen na de extreem hoge gasprijzen in 2022. TNO refereert daarnaast aan de vertragingen in het vergunningsproces en wijst daarbij naar het N05-A platform. Ook is er meer maatschappelijke weerstand tegen gaswinning, waardoor politieke steun tanend kan zijn en het financiële risico groter.